GGZ Groep logo

Hoe Werkt Hartcoherentie Training


example hartcoherentie training

Onze lichaamstemperatuur, hormoonhuishouding, het immuunsysteem, spijsvertering, ademhaling en de hartslag. Ze hebben één ding gemeen: ze worden volledig automatisch en onbewust aangestuurd. Over deze functies hoeven we niet na te denken. Het autonome zenuwstelsel is verantwoordelijk voor de juiste balans van bovengenoemde lichaamsfuncties. Dit autonome zenuwstelsel bestaat uit twee delen die elkaar in evenwicht behoren te houden: het activerende deel en het rustgevende deel. Het activerende deel heet het sympathische zenuwstelsel, het rustgevende deel heet het parasympathische zenuwstelsel. Ze worden ook weleens het 'gaspedaal' en het 'rempedaal' van ons lichaam genoemd.

lichaam hartcoherentie

Wordt er veel activiteit van het lichaam gevraagd? Dan wordt het 'gaspedaal' ingedrukt en wordt het lichaam voorbereid op activiteit. Er kan worden gesproken over een 'vecht-of-vluchtreactie'. Stelt u zich voor dat u schrikt: uw hart gaat sneller kloppen, de ademhaling wordt sneller en oppervlakkiger, de spieren spannen zich aan en u gaat zweten. De bloedvaten in de vingers vernauwen, waardoor het bloedvolume en uw handtemperatuur daalt. Het bloed wordt nu naar de spieren toe geleid. Nu bent u beter in staat om te vechten of vluchten! Op dit moment heeft het sympathische zenuwstel de overhand in uw lichaam.

Het 'rempedaal' wordt ingedrukt wanneer het lichaam zich moet voorbereiden op rust en ontspanning (inactiviteit). Dit is het geval wanneer u gaat slapen of moe begint te worden. Op zo'n moment gaat het hart langzamer kloppen, de bloedvaten in de vingers verwijden, waardoor het bloedvolume en de handtemperatuur stijgt. Het bloed wordt nu minder naar de spieren geleid. Bij kinderen is dit vaak te zien aan rode oren. Daarnaast gaat u dieper ademhalen, de spierspanning neemt af en u zweet minder. Op dat moment heeft het parasympathische zenuwstelsel de overhand in uw lichaam.


stressmanagement

 

Evenwicht wordt bereikt door een balans in het autonome zenuwstelsel. Het sympathische en parasympathische zenuwstelsel dienen in balans te zijn. Hierdoor kunt u zich sneller aanpassen aan een veranderende omgeving. Het 'gaspedaal' en 'rempedaal' moeten goed op elkaar zijn afgestemd en moeten beide even sterk zijn om elkaar in evenwicht te houden.

Onbalans

De balans in het autonome zenuwstelsel kan verstoord raken. Door drukte op het werk, in het verkeer of in het privéleven wordt steeds vaker beroep gedaan op ons 'gaspedaal'. Het 'gaspedaal' wordt steeds een klein beetje verder ingetrapt. Deze vraag naar extra activiteit is gekoppeld aan overmatige activiteit in het sympathische zenuwstelsel. Het veroorzaakt op lange termijn een scheve maar stabiele balans tussen het sympathische en het parasympathische zenuwstelsel. Dit leidt tot een verstoord evenwicht van het interne milieu.

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat veel 'moderne' ziektes worden veroorzaakt door de verstoring van de balans van het autonome zenuwstelsel. De invloed van het sympathische zenuwstelsel ten kosten van het parasympathische zenuwstelsel is daarbij te groot. Er is een relatie tussen een hoge activiteit van het sympathische zenuwstelsel en angst, depressie, aandachtsstoornissen, chronische spierspanning, slaapproblemen en hoge bloeddruk. Ook een verhoogde hartslag, verlaagd handtemperatuur, een verhoogde huidgeleiding en verhoogde bèta-activiteit in de hersenen zijn aanwijzingen van een verhoogde activiteit van het sympathische zenuwstelsel.

Chronische stress

Chronische stress betekent chronische activiteit van het sympathische zenuwstelsel. Dit veroorzaakt angst en depressie. Ook heeft het negatieve invloed op het lichaam. Slapeloosheid, rimpels, hoge bloeddruk, hartkloppingen, rugpijn, huid- en darmproblemen, chronische ontstekingen, onvruchtbaarheid en seksuele impotentie worden allemaal veroorzaakt of verergerd door stress. Chronische stress beïnvloedt sociale relaties en professionele vaardigheden, omdat het irritaties, slechte luistervaardigheid, zwakke concentratie, terugtrekken en het verlies van teamspirit oproept. Tijdens deze situaties wordt de focus vaak gericht op externe oorzaken. "Als ik dit en dat kan veranderen, zou ik me veel beter voelen". We dromen dat het later beter zal gaan, maar helaas werkt het vaak niet zo.

Het probleem dient omgedraaid te worden. Het begint bij het onder controle krijgen van wat zich van binnen afspeelt: de fysiologie. Door het verminderen van de fysiologische chaos en het beperken van de coherentie voelt u zich automatisch beter. De relaties met anderen, de concentratie en vaardigheden verbeteren. De ideale omstandigheden waar u zo op zoek naar bent, komen dan vanzelf opzetten. Heeft u de eigen fysiologie op orden, dan zal hetgeen wat in de buitenwereld gebeurt minder grip op u hebben. U heeft een betere grip op uw eigen wereld.

Het hart-brein-systeem

Hoe zorgt u ervoor dat uw 'gaspedaal' en 'rempedaal' beter op elkaar worden afgestemd? Weer met elkaar in harmonie komen? Het antwoord ligt in de relatie tussen de hersenen en het hart. De sterkste relatie tussen hart en hersenen is het autonome zenuwstelsel. In het hart-breinsysteem beïnvloeden het hart en de hersenen elkaar voortdurend. Denk maar terug naar het voorbeeld van schrikken. Als u schrikt (wat in de hersenen gebeurt) gaat het hart sneller kloppen. Maar het hart doet meer dan zich aan de invloed van het autonome zenuwstelsel aanpassen. Het zendt ook signalen terug naar de hersenen waarmee het de hersenactiviteit kan beïnvloeden.

hart

Hartritme variabiliteit en hartcoherentie training

Normaal gesproken wordt het sympathische en het parasympathische zenuwstelsel afwisselend geactiveerd. Bij inademing wordt ons sympathische zenuwstelsel geactiveerd en bij uitademing wordt ons parasympathische zenuwstelsel geactiveerd. Wat er gebeurt? Het hart gaat sneller kloppen bij inademing en bij uitademing gaat het hart trager kloppen. Bij gezonde personen verschilt de tijd tussen twee hartslagen voortdurend. Deze onregelmatigheid toont aan dat de hartfrequentie zich goed aanpast aan de omstandigheden van het hart en de bloedvaten. Het is een teken dat ons 'gaspedaal' en 'rempedaal' goed werken.

Het verschil tussen de hartslag tijdens inademen en de hartslag tijdens uitademen wordt hartritmevariabiliteit genoemd. Deze hartritmevariabiliteit (of hartcoherentie) weergeeft de autonome status van het lichaam. Wie ontspannen is, heeft een grote hartcoherentie. De hartcoherentie neemt af wanneer iemand gespannen is. Bij mensen die zeer angstig of gestrest zijn, zal de hartcoherentie geheel afwezig zijn. Een lage hartcoherentie (kleine hartritmevariabiliteit) wordt geassocieerd met onbalans tussen het sympathische en het parasympathische zenuwstelsel. Een hogere hartcoherentie (grote hartritmevariabiliteit) staat voor een goede balans tussen deze twee zenuwstelsels. Wie een hogere hartcoherentie wil bereiken, zal het verschil in hartslag tijdens het inademen en uitademen zo groot mogelijk moeten maken. De mate van hartcoherentie wordt ook wel gezien als een maat van psycho-fysiologische flexibiliteit, die tot uiting komt op lichamelijk, mentaal en emotioneel vlak.

In de oudste medische tekst die beschikbaar is, 'The Yellow Emperor's Classic on Internal Chinese Medicine', wordt al gespreken over de relatie tussen de ademhaling en de hartslag. De oude Chinezen waren van mening dat gezondheid ontstaat door de harmonie tussen ademhaling en bloedcirculatie.

Ademhalen heeft effect op de bloedstroom en de slagaderlijke druk. Hierdoor heeft het weer effect op het autonome zenuwstelsel. Bij iemand die snel, oppervlakkig en asynchroon ademhaalt, wordt de pompende actie van de borst minder. Hierdoor worden de hartslag en hartoutput hoger en de capaciteit van de bloedvaten lager. Dit wordt bereikt door het sympathische zenuwstelsel meer te activeren en het parasympathische zenuwstelsel minder te activeren.

Tijdens hartcoherentietraining leert u adem te halen op uw eigen optimale snelheid. Hierdoor kunnen het middenrif en de spieren tussen uw ribben het bloed beter rondpompen en worden het hart en de bloedvaten gespaard. Uw autonome zenuwstelsel zal de snelheid van de hartslag, de output van het hart en de capaciteit van de bloedvaten aanpassen, zodat ze synchroon gaan lopen met de ademhaling. De ademhalingsoefeningen tijdens hartcoherentietraning zorgen ervoor dat de sympathische en parasympathische zenuwstelsels in gelijke maten worden geactiveerd. Hierdoor zal u op uw eigen optimale frequentie ademhalen. Dit evenwicht wil het autonome zenuwstelsel bereiken.

Waarom hartcoherentie training?

Hartcoherentietraining zorgt ervoor dat uw hartritme meer samenhangend wordt. Hierdoor gaan de hersenen sneller en meer accuraat werken. Tijdens dagelijkse situaties merkt u dat ideeën op een natuurlijke manier binnenstromen, u kunt gemakkelijk de woorden vinden die u wilt zeggen en uw bewegingen zijn zeker. Na het volgen van hartcoherentietraining merkt u dat u zich steeds makkelijker kunt aanpassen aan onverwachte omstandigheden. Uw fysiologie is in balans, open voor de wereld en in staat om de oplossingen te vinden die u nodig heeft.

Hartcoherentietraining voegt een aantal oude wijsheden en traditionele technieken samen die ook gebruikt worden bij yoga, meditatie, mindfulness en ontspanningsoefeningen. Yoga en meditatie zijn goede manieren om tot rust te komen. Hierbij is het wenselijk om uzelf af te sluiten van de wereld om u heen. Bij hartcoherentietraining is het tegenovergestelde het geval. Hartcoherentietraining kan op ieder moment worden toegepast en door coherentie heeft u juist een betere grip om de wereld om u heen. Wie in een stressvolle situatie zit, kan vaak moeilijk een kwartier gaan mediteren. Hartcoherentie kan u ter plekke wél in een rustige staat brengen.

Hartcoherentie
bron: HeartMath Benelux

Door middel van de hartcoherentietraining leert wat het effect van uw ademhaling is op uw hartritmevariabiliteit. U ziet uw eigen hartslag en leert wat stress met het lichaam doet. Uit onderzoek van Robert Reiner (2008) blijkt ook dat driekwart van de proefpersonen beter konden ontspannen door het gebruik van een biofeedbackapparaat tijdens hartcoherentietraining in vergelijking met niet-begeleide ademhalingsoefeningen in de hartcoherentietraining. Tevens hielp het gebruik van een biofeedbackapparaat tijdens hartcoherentietraining de proefpersonen ook beter om een samenhangend hartritme te krijgen in vergelijking met meditatie of yoga.

Onderzoek

Diverse studies tonen aan dat patiënten met een depressie of angststoornis een verlaagde hartritmevariabiliteit hebben in vergelijking met gezonde controlepersonen. Een greep uit deze studies:


  • Onderzoek van Licht, De Geus, Van Dyck en Penninx (2009) in het kader van het Nederlands Onderzoek naar Depressie en Angst (The Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA)), waaraan 2059 participanten deelnamen, toonde aan dat patiënten met verschillende typen angststoornissen een significant hogere hartslag hebben en een significant lagere hartritmevariabiliteit hebben in vergelijking met gezonde controlepersonen. Deze verlaagde hartritmevariabiliteit lijkt voor een groot deel veroorzaakt te worden door het gebruik van antidepressiva.
  • In een ander onderzoek van Licht en collega's (2008) in het kader van hetzelfde Nederlandse Onderzoek naar Depressie en Angst (dit keer 2981 participanten) is aangetoond dat ook depressie geassocieerd is met een significant lagere hartritmevariabiliteit. Ook bij depressie zorgt het gebruik van antidepressiva voor een sterkere daling van de hartritmevariabiliteit.
  • Bovengenoemde resultaten zijn ook gevonden in een Japans onderzoek van Shinba en zijn collega's (2008) en in het onderzoek van het Zweedse onderzoeksteam Henje Blom, Olsson, Serlachius, Ericson en Ingvar (2010). Laatst genoemden toonden aan dat de hartritmevariabiliteit significant lager lag bij jongere, vrouwelijke patiënten die een angststoornis of depressie hebben. Dit in vergelijking met gezonde controlepersonen. Ook werd hier aangetoond dat het gebruik van antidepressiva leidt tot het verlagen van de hartritmevariabiliteit.


Daarnaast zijn er enkele onderzoeken gedaan naar wat het effect van ademhalingsoefeningen in combinatie met biofeedback is op de hartritmevariabiliteit. Er zijn veelbelovende resultaten gevonden; het blijkt dat hartcoherentietraining inderdaad leidt tot een verhoging van de hartritmevariabiliteit en dat de patiënten zich ook lichamelijk beter voelen. Enkele van deze onderzoeken:
  • Het onderzoek van Siepmann, Aykac, Unterdörfer, Petrowski en Mueck-Weymann (2008) onderzocht de bruikbaarheid van hartcoherentietraining in de behandeling van matige tot ernstige depressie. Na zes sessies bleek dat de hartritmevariabiliteit van de depressieve patiënten gestegen was. Nog beter: de patiënten vóelden zich ook een stuk beter. Hun score op de Beck Depression Inventory (BDI) vragenlijst was gemiddeld met zestien punten gedaald en daarnaast gaven ze aan dat ze minder angst hadden.
  • Het onderzoeksteam van Karavidas (2007) komt tot dezelfde conclusie. Dit team geeft aan dat hartcoherentietraining een effectieve behandeling van depressie is, zonder de risico's en bijwerkingen die bijvoorbeeld antidepressivagebruik met zich meebrengt. Al na sessie vier traden er klinisch significante verbeteringen bij de depressieve patiëntengroep op, voornamelijk op het gebied van slaap, vermoeidheid en concentratie.
  • Zucker, Samuelson, Muench, Greenberg en Gevirtz (2009) hebben goede effecten gevonden voor hartcoherentietraining bij posttraumatische stressstoornis (PTSS; een vorm van angststoornis). De groep patiënten bestond uit 38 personen die een traumatische gebeurtenis hadden meegemaakt en als resultaat daarvan PTSS-symptomen hadden. Daarnaast hadden deze patiënten een geschiedenis van middelengebruik. Tijdens dit onderzoek hebben ze de effectiviteit van hartcoherentietraining vergeleken met spierontspanningsoefeningen (progressieve spierontspanning), een vorm van behandeling die vaak bij angststoornissen wordt toegepast. Het onderzoeksteam kwam tot de conclusie dat de proefpersonen die de hartcoherentietraining kregen uiteindelijk significant minder depressieve symptomen en een hogere hartritmevariabiliteit hadden dan de groep die de spierontspanningsoefeningen kregen. Daarnaast had de hartcoherentietraininggroep minder slapeloosheidklachten en hadden ze een verminderde behoefte aan verdovende middelen. De verhoging van de hartritmevariabiliteit werd duidelijk in verband gebracht met een vermindering van de symptomen van PTSS.
  • Nada Pop-Jordanova onderzocht de toepasbaarheid van hartcoherentietraining bij vijf veelvoorkomende mentale gezondheidsproblemen bij kinderen. Angstig-fobische kinderen, kinderen met somatoforme stoornis, kinderen met obsessief-compulsieve stoornis, kinderen met ADHD en kinderen met antisociale gedragsstoornis werden getest. Na vijftien trainingsessies lieten de kinderen van bijna alle groepen een verhoging in hun hartritmevariabiliteit zien. Ook medisch gezien voelden ze zich beter. Hierbij zijn de beste resultaten gevonden voor de antisociale gedragsstoornis en de angststoornis. De onderzoeker geeft aan dat hartcoherentietraining alleen bij ADHD minder effectief is. In geval van ADHD kan beter neurofeedbacktraining worden toegepast.


Referenties:

Henje Blom, E., Olsson, E.M., Serlachius, E., Ericson, M., & Ingvar, M. (2010). Heart rate variability (HRV) in adolescent females with anxiety disorders and major depressive disorder. Acta Paediatrica, 99, 604-611.

Karavidas, M., Lehrer, P.M., Vaschillo, E., Vaschillo, B., Marin, H., Buyske, S., Malinovsky, I., Radvanski, D., & Hassett, A. (2007). Preliminary results of an open label study of heart rate variability biofeedback for the treatment of major depression. Applied Psychophysiology and Biofeedback, 32, 19-30.

Licht, C.M.M., de Geus, E.J.C., Zitman, F.G., Hoogendijk, W.J.G., van Dyck, R., & Penninx, B.W.J.H. (2008). Association between major depressive disorder and heart rate variability in the Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA). Archives of General Psychiatry, 65, 12, 1358-1367.

Licht, C.M.M., de Geus, E.J.C., van Dyck, R., & Penninx, B.W.J.H. (2009). Association between anxiety disorders and heart rate variability in the Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA). Psychosomatic Medicine, 71, 508-518.

Pop-Jordanova, N. (2009. Heart rate variability in the assessment and biofeedback training of common mental health problems in children. Medical Archives, 63, 5, 248-252.

Shinba, T., Kariya, N., Matsui, Y., Ozawa, N., Matsuda, Y., & Yamamoto, K. (2008). Decrease in heart rate variability response to task is related to anxiety and depressiveness in normal subjects. Psyhciatry and Clinical Neuroscience, 62, 603-609.

Siepmann, M., Aykac, V., Unterdörfer, J., Petrowski, K., & Mueck-Weymann, M. (2008). A pilot study on the effects of heart rate variability biofeedback in patients with depression and in healthy subjects. Applied Psychophysiology and Biofeedback, 33, 195-201.

Zucker, T.L., Samuelson, K.W., Muench, F., Greenberg, M.A., & Gevirtz, R.N. (2009). The effects of respiratory sinus arrhythmia biofeedback on heart rate variability and posttraumatic stress disorder symptoms: A pilot study. Applied Psychophysiology and Biofeedback, 34, 135-143.

Waarbij Geschikt

Het autonome zenuwstelsel kan zich snel en gemakkelijk aanpassen en zorgt ervoor dat je in balans blijft, ook wanneer je stress ervaart. Wanneer deze flexibiliteit afwezig is kan dit leiden tot somatische en psychologische aandoeningen. Meerdere studies hebben aangetoond dat patiënten met een depressie of een angststoornis een verlaagde hartritme variabiliteit hebben in vergelijking met gezonde personen. Dit wil dus zeggen dat hun autonome zenuwstelsel niet flexibel meer is en dat zij continu in een staat van sympathische activiteit verkeren. Deze groep patiënten is erg gebaat bij hartcoherentie training (zie ook sectie onderzoek). Naast verbeteringen bij depressie, diverse angststoornissen en slaapproblemen heeft het consequent volgen van de hartcoherentie training ook geresulteerd in verbeteringen bij onder meer vermoeidheidsklachten, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, chronische boosheidgevoelens, migraine, astma, hartkloppingen en leerstoornissen.

Heeft u nog vragen?

Bel ons op:

040-2364111 .

Op werkdagen van 09:00 tot 17:00 bereikbaar

Copyright © 2010 - 2024 GGZ Groep, Alle rechten voorbehouden
Disclaimer - Sitemap